De Graefenthaler Nonnen

Kloster-Graefenthal-Goch-Denkmaltag-Brauhaus
Kloster-graefenthal-goch-kreuzgang-denkmaltag
Kloster-Graefenthal-Denkmaltag-Dachboden-Goch-NRW

Een kijkje in het dagelijks leven van de Graefenthaler nonnen 

De nonnen van Graefenthal behoorden tot de orde der Cisterciënzers, een middeleeuwse monastieke orde die streefde naar eenvoud en soberheid. Hun regels op het gebied van armoede, kuisheid en gehoorzaamheid waren streng.

De nonnen voorzagen in eigen onderhoud door akkerbouw en veeteelt. Diensten, giften en inkomsten van buitenaf weigerden ze. Recht in de leer en wars van invloeden uit de buitenwereld verwierven de nonnen van Graefenthal door de eeuwen heen een uitstekende reputatie. Daarbij werden ze ongetwijfeld geholpen door de 940 meter lange muur rondom het klooster die hen beschermde tegen wereldse verleidingen…

 

Vroeg uit de veren en vroom de dag door

Dagelijks vonden er minstens twee heilige missen plaats, de eerste om 03u15, de laatste om 20u30. Bovendien werd er iedere nacht in de koorruimte gebeden. Onwillekeurig vraag je je af, hoe de nonnen zich lieten wekken voor de eerste mis. Zeker in de winter zal de haan om kwart over drie ‘s ochtends hebben gedacht: ik draai me lekker nog een keertje om… . De nonnen sliepen gezamenlijk in het dormitorium, gelegen in de huidige oostvleugel, op een ondergrond van stro. 

Ein Einblick in das tägliche Leben der Nonnen von Graefenthal

Het habijt van cisterciënzer nonnen bestaat uit een lang, wit wollen kleed,
een zwart scapulier (schouderkleed) en een zwarte riem.

De nonnen mochten niet bij de kloosterpoort komen en daar iets aannemen. Tegen elkaar praten was uit den boze: overtreders konden rekenen op straf van de abdis. Wat mochten de nonnen eigenlijk wél? Het lezen van een (goed) boek kon alleen na toestemming van de biechtvader. Werd een ketters boek gevonden, dan kon de arme non een forse gevangenisstraf tegemoet zien.

Eén keer per jaar mochten de nonnen het klooster verlaten voor familiebezoek. Met uitzondering van bloedverwanten mocht niemand het klooster betreden.

 

Eten met mate

De nonnen aten hun eenvoudige maal gezamenlijk in het refectorium, gelegen in de huidige noordvleugel. Er waren twee warme maaltijden per dag: eentje ‘s middags en eentje ‘s avonds. Zieken en zwakken kregen daarnaast ’s ochtends nog een ontbijt. Het eten bestond uit een vegetarische, ongekruide brij , fruit, groenten en roggebrood. Bij sommige gelegenheden kregen de nonnen een extraatje zoals vis, witbrood, ei of kaas. Het eten van vlees en het gebruik van kruiden was niet toegestaan. Er werd vaak gevast.

Bij het eten dronk men wijn en bier, dat dan weer wel… De reden waarom dit wel mocht, laat zich raden. In grote delen van Europa was de kwaliteit van het middeleeuwse drinkwater slecht. Het kon zijn besmet zijn met bacteriën, parasieten en andere ziekteverwekkers die dysenterie, cholera en tyfus veroorzaakten. Door het alcoholgehalte waren bier en wijn minder vatbaar voor dergelijke besmettingen, en dus veiliger om te drinken.

Ondanks de sobere voeding zijn veel nonnen op Graefenthal relatief oud geworden, gemiddeld ongeveer 56 jaar. Het gemiddelde lag in de vroege Middeleeuwen rond de 30 jaar. Dit lage cijfer wordt deels verklaard door het feit dat veel jonge zwangere vrouwen bij de bevalling door kraamkoorts overleden.