De Haardkamer in zijn huidige vorm is pas ontstaan tijdens één van de verbouwingen die door de eeuwen heen plaats hebben gevonden. De noordelijke vleugel, waarvan de Haardkamer onderdeel uitmaakt, is gebouwd in 1407, tegelijk met de daaraan verbonden Kruisgang. Oorspronkelijk was de noordelijke vleugel één grote ruimte waarvan de vloer zich ongeveer ter hoogte van de vloer van de Kruisgang bevond.
Op ongeveer vijf meter hoogte in de noordelijke buitengevel bevond zich een rij rechthoekige, kleine ramen. Deze ramen zorgden overdag voor het verlichten van de ruimte. Op enkele plaatsen in de buitengevel is de vorm van deze ramen nog steeds herkenbaar.
In 1521 vonden fundamentele veranderingen aan het klooster plaats. Als gevolg van de verwoestingen door de Bourgondische oorlog vond een reconstructie van de noordelijke vleugel plaats waarbij een kloosterkeuken werd ingericht. Hiertoe werd inwendig een bakstenen dwarsmuur opgetrokken, waardoor de noordelijke vleugel werd verdeeld in twee kleinere ruimten. De aan de westzijde ontstane ruimte was circa tweemaal zo klein als die aan de oostelijke zijde, en zou gaan fungeren als kloosterkeuken. Aan de oostelijke muur van deze ruimte werd een grote schouw (‘Kamin’ in het Duits) gebouwd die tot op de dag van vandaag bewaard is gebleven. Door de prominente plaats die de ‘Kamin’ inneemt in de (voormalige) kloosterkeuken, wordt deze ruimte vandaag de dag in het Duits ‘Kaminzimmer’ genoemd.
Het werk in de kloosterkeuken werd door lekenzusters uitgevoerd. De muur naar de Kruisgang bevatte twee naast elkaar geplaatste kijkvensters. Het bovenste deel daarvan was gesloten, terwijl het onderste deel open was en uitzicht bood op de kloosterkerk. Middels het aldus geboden doorkijkje was het voor de lekenzusters, die door hun werk niet fysiek bij een viering in de kloosterkerk aanwezig konden zijn, toch mogelijk ‘meditatief’ deel te nemen. Beide kijkvensters zijn tot op de dag van vandaag bewaard gebleven.
Tevens zijn aan de westelijke zijde van de Haardkamer nog restanten van een trap naar de eerste verdieping bewaard gebleven. Deze trap stamt uit de verbouwing van 1521, waarbij o.a. twee verdiepingen in de noordelijke vleugel werden aangebracht.